Hoe kun je studenten helpen met optimaal leren? Multimedia Learning (CTML)

Hoe kun je studenten helpen met optimaal leren? Het antwoord daarop geeft de Multimedia Learning theorie van Richard Mayer, professor aan de Universiteit van Californië. Deze theorie is evindence based. Deze korte film is gemaakt met Videoscribe. Gratis week proberen: http://www.sparkol.com?aid=76483

Om te leren heb je hersens nodig. Daarin kun je oneindig veel opslaan. Nieuwe informatie komt binnen in een deel van de hersenen: je werkgeheugen. Bijvoorbeeld wat ik nu zeg en wat je ziet, wat je al weet van optimaal leren, aan je beste docent, en aan je slechtste docent, je observeert misschien de hand die dit sterrertje tekent aan hoe je zelf les geeft en aan Facebook, dat je nog even moet checken. Met 7 items zit je werkgeheugen vol.

Wat betekent dat voor een gemiddelde student? Het meeste van wat je leert komt binnen via twee zintuigen: de ogen en -belangrijk- de oren. Via de oren komen woorden binnen, de ogen registreren beelden. Voor het werkgeheugen tellen die, mits goed gedaan, maar als een 1 item voor het werkgeheugen.

Dat is interessant voor een docent. Die gebruikt meestal 3 typen media. Op een scherm of bord kun je gebruikmaken van beeld. Je kunt daarop ook begeleidende tekst plaatsen. En je kunt de leerstof ook mondeling uitleggen in je eigen woorden.

Professor Mayer geeft gericht advies hoe een student beter van jou kan leren.
Zijn eerste tip is het redundancy principle: En beelden gebruiken én mondelinge uitleg en tekst op het bord is teveel. Je kunt het best de tekst op het bord schrappen.
Het multimedia principe, dus meerdere media tegelijk gebruiken, heeft dezelfde conclusie: beelden en tegelijk mondelinge uitleg maken leren makkelijker dan uitleg alleen. Als je de mogelijkheid hebt: gebruik ondersteunend beeld.
Het modality principle, dus welke media goed bij elkaar passen, zegt ook: als je kunt kiezen tussen het gebruik van beelden en mondelinge uitleg en beelden met begeleidende tekst, kies dan van beelden en woorden.
Wil je toch beeld en tekst gebruiken, denk dan aan het spatial contiguity principle, de tijd tussen of preciezer: de ruimtelijke nabijheid van beeld en tekst. Kun je kiezen tussen tekst direct bij het beeld of het scheiden in twee schermen van beeld en tekst. Bijvoorbeeld eerst een schema of een animatie en daarna pas de uitleg, dan belast je het werkgeheugen extra. Plaats dan het liefst beeld direct bij de tekst op het leren te bevorderen.

Tekst op bord of beamer kan overigens wel handig zijn: het signaling principe. Met geschreven tekst kan je uitermate doeltreffend de kernwoorden benadrukken die gesproken woorden en het beeld ondersteunen.

Andere docente, maar verder met het onderzoek.

Bij mondelinge uitleg kan een student makkelijker leren als je gebruik maakt van persoonlijke voorbeelden of je verplaatst in de belevingswereld van een student. Ook woorden als ‘ik’ en ‘jij’ doen het goed. Dat geldt ook voor tekst op het bord. Dat is het personalization principle. Formele taal en tekst belast het werkgeheugen.
Als je leerstof mondeling uitlegt terwijl op het bord exact dezelfde woorden staan, schrap dat die tekst. Dat helpt niet, het belast zelfs het werkgeheugen onnodig. Dit is weer een voorbeeld van het redundancy principle.
En ook als je je eigen woorden wil illustreren met nog wat beeld of nog wat ludiek tekst, bedenk dan dat je het werkgeheugen aan het werk zet. Dat is het coherence principle. Gebruik alleen relevant beeld of tekst.

Dat waren de algemene principes. De effecten verschillen wel per individu, het individual difference effect. De principes werken het best bij lerenden met een hoog ruimtelijk inzicht, belangrijk bij het meten van een iq, maar natuurlijk in een klas moeilijk vast te stellen. Maar het werkt ook goed bij lerenden die weinig voorkennis hebben.

Uit onderzoek blijkt dus door mondelinge uitleg met direct daarbij relevante afbeeldingen, video’s of animatie kan een student beter leren.

Mensen vragen me wel eens, zit hier wel theorie achter? Jazeker. 1. de dual channel, 2. de limited capacity en 3. de active processing veronderstelling. Dual channel wil zeggen dat woorden en beelden apart binnenkomen maar aan het eind van het werkgeheugen aan elkaar worden geknoopt. Daar koppelen ze ook aan bestaande voorkennis. Die voorkennis komt overigens ook het werkgeheugen in. En dat heeft dus invloed op de limited capacity, de beperkte capaciteit van het werkgeheugen van maximaal 7 items gedurende zo’n 20 seconden.
Active processing is de aanname dat lerende zelf hun kennis construeren. En dat is een belangrijk grondbeginsel van het cognitivisme, een van de stromingen in het onderwijs.

Tot slot, wil je studenten helpen met beter leren?

1. Mondeling uitleg met direct ondersteunend beeld tegelijk is superieur.
2. Pas altijd op met tekst op sheets.
Video Rating: / 5


Hoe Kun Je Beter Leren


Lees meer over Hoe kun je beter leren


Login

Don't have an account ? Sign Up

Register New Account

Already have an account ? Login

Reset Password

Already have an account ? Login